Wijzigingen vanaf 1 januari 2025
Nicotineproducten vallen onder Tabaks- en Rookwarenwet
Vanaf 1 januari a.s. vallen nicotineproducten zonder tabak (NZT) en nicotineapparaten onder de tabaks- en rookwarenwet (Trw). Dat worden dan “aanverwante producten”. Voor deze producten gelden dan alle regels die voor aanverwante producten van toepassing zijn. Een NZT is een product dat nicotine bevat, maar geen tabak, en bedoeld is om nicotine te gebruiken. Het is geen elektronische dampwaar (zoals een e-sigaret of vape). Voorbeelden van NZT zijn nicotinesticks. Vanaf 1 januari gaat dus ook het reclameverbod en rookverbod gelden voor deze producten. De leeftijdsgrens van 18 jaar geldt voor alle tabaksproducten en aanverwante producten. Dus nu ook voor NZT en nicotineapparaten. De nieuwe wetswijziging betekent ook dat de NZT en nicotineapparaten niet meer verkocht mogen worden via het internet, in supermarkten en in de horeca.
Geregistreerde speciaalzaken mogen onder voorwaarden deze producten wel uitstallen en in de winkel reclame maken. Zogenoemde nicotinezakjes waren al verboden (onder de Warenwet).
Gemeenten voeren zero-emissiezones in
Vanaf 2025 mogen gemeenten zero-emissiezones invoeren. In deze gebieden mogen alleen nog bestelbussen en vrachtwagens komen die niet te erg vervuilen. Bedrijfsvoertuigen op diesel of benzine die een emissieklasse hebben die lager is dan Euro 5, mogen de zero-emissiezones niet meer binnen. Bestelbussen en vrachtwagens met emissieklasse Euro 5 zijn vanaf 1 januari 2027 niet meer welkom in zero-emissiezones. Voor Euro 6 geldt dat vanaf 1 januari 2028. Voor sommige bestelauto’s is er tot 2030 nog een overgangsregeling.
Bpm betalen voor bestelauto’s met CO2-uitstoot
Vanaf 2025 betaal je bpm voor het kopen van een bestelauto met CO2-uitstoot. Bpm staat voor belasting van personenauto’s en motorfietsen. Hoeveel bpm u betaalt, hangt af van de CO2-uitstoot van de bestelauto. Hoe meer uitstoot, hoe meer belasting. Voor elektrische bestelauto’s en andere auto’s zonder schadelijke uitlaatgassen betaalt u ook na 2025 geen bpm.
Minder kosten voor overwerk medewerkers met vast contract
Werknemers met een vast contract mogen tot 30 procent extra uren werken zonder dat u de hoge AWf-premie betaald. Dat moet werkgevers meer flexibiliteit geven. Maar als een werknemer in een heel jaar gemiddeld toch meer dan 30 procent overwerkt, moet u met terugwerkende kracht alsnog de hoge AWf-premie betalen. De nieuwe regel is voor vaste arbeidscontracten waarbij personeel gemiddeld minder dan 30 uur per week werkt. Die grens ligt nu nog bij contracten van gemiddeld minder dan 35 uur per week. Voor contracten vanaf gemiddeld 35 uur per week hoeft u nu al niet de hoge AWf-premie te betalen als personeel meer dan 30 procent overwerkt. In 2025 daalt die grens naar 30 uur per week.
Lage-inkomensvoordeel verdwijnt
Vanaf 1 januari 2025 vervalt het lage-inkomensvoordeel (LIV). Dat betekent dat werkgevers met personeel geen tegemoetkoming meer krijgen in loonkosten. Een werknemer die onder het LIV valt, werkt minstens 1.248 uur per jaar en verdient gemiddeld tussen 100 en 125 procent van het minimumloon. Let op: 1 januari 2024 is de bovengrens van het gemiddelde uurloon verlaagd van 125 naar 104 procent.
Minimumloon gaat omhoog
Heeft u personeel in dienst en betaalt u hen het minimumloon? Dat minimumloon wordt ieder half jaar aangepast. Op 1 januari 2025 gaat het wettelijk minimumloon omhoog en wordt voor fulltime werkenden vanaf 21 jaar 14,06 euro per uur. Op de website van Rijksoverheid vind je de brutobedragen per maand, week of dag.
De onderstaande wetswijzigingen staan in het Belastingplan 2025. De Tweede Kamer heeft daarmee ingestemd. De Eerste Kamer stemt op 17 december over dit plan. Dan wordt duidelijk of de wetswijzigingen ook doorgaan en per wanneer.
Mkb-winstvrijstelling omlaag
De mkb-winstvrijstelling daalt naar verwachting in 2025 van 13,31 procent naar 12,71 procent. Door deze verlaging is uw belastbare bedrag hoger en betaalt u meer belasting dan in 2024.
Minder belasting in box 2 voor aandeelhouders
Bezit u 5 procent of meer van de aandelen in een bedrijf, dan heeft u een ‘aanmerkelijk belang’. U ontvangt dan mogelijk winstuitkering, oftewel dividend. Over winstuitkeringen tot 67.804 euro betaalt u 24,5 procent belasting, net als in 2024. Over alles daarboven betaalt u naar verwachting in 2025 31 procent belasting. Dat is in 2024 nog 33 procent.
Door deze aanpassing moet er meer evenwicht komen tussen de belastingtarieven voor aanmerkelijkbelanghouders, ondernemers met bijvoorbeeld een eenmanszaak en werknemers. Het moet voorkomen dat ondernemers alleen vanwege belastingverschillen een rechtsvorm kiezen.
Giftenaftrek voor bv’s verdwijnt
De zakelijke giftenaftrek verdwijnt naar verwachting in 2025 voor besloten vennootschappen (bv’s). Dat betekent dat u giften aan Algemeen Nut Beogende Instellingen (ANBI’s) en Sociaal Belang Behartigende Instellingen (SBBI’s) niet langer van de winst kunt aftrekken. In 2024 geldt nog dat u een schenking aan een ANBI of SBBI van de winst mag aftrekken. De maximale giftenaftrek per jaar is 50 procent van de winst, met een maximum van 100.000 euro. Door deze wetswijziging kan het een goed idee zijn om te overwegen een gift aan een ANBI of SBBI in 2024 te doen.
Inkomstenbelasting: Schijven en tarieven veranderen
De eerste schijf van box 1 wordt in 2025 naar verwachting opgeknipt in twee delen. Box 1 bestaat dan uit drie schijven in plaats van twee. In 2025 betaalt u in de nieuwe eerste schijf over uw inkomen tot 38.441 euro 35,82 procent belasting. Dat is ongeveer een procentpunt lager dan in 2024.
In de nieuwe tweede schijf betaalt u over uw inkomen tussen 38.441 en 76.817 euro 37,48 procent belasting. Dat is ongeveer 0,5 procentpunt meer dan in 2024. Over uw inkomen boven 76.817 euro betaalt u volgend jaar 49,5 procent, net als in 2024.
Lagere inkomens hebben voordeel van de lagere eerste schijf. Hogere inkomens merken daar minder van door het hogere percentage in de nieuwe tweede schijf.
Box 1 heeft aftrekposten zoals de zelfstandigenaftrek, meewerkaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Is uw inkomen in 2025 hoger dan 76.817 euro? Dan krijgt u in 2025 maximaal 37,48 procent over de aftrekposten terug, het tarief van de tweede schijf. Dat is iets hoger dan in 2024.
Kansspelbelasting gaat omhoog
De belasting op kansspelen gaat naar verwachting in twee stappen omhoog. In 2025 moet de belasting van 30,5 naar 34,2 procent stijgen. De belasting gaat dan in 2026 verder omhoog naar 37,8 procent. Deze verhoging geldt voor iedereen die kansspelen organiseert, zoals casinospelen, online gokken, sportweddenschappen, of kansspelautomaten. De overheid wil met deze verhoging meer belastinginkomsten krijgen.
Bedrijfsopvolgingsregeling wijzigt
De regels voor de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) veranderen naar verwachting in 2025. Als u een onderneming door een schenking of erfenis krijgt, betaalt u daar nu erf- of schenkbelasting over. Hoeveel belasting u betaalt, hangt af van de waarde van de onderneming. U kunt ook een vrijstelling gebruiken: de Bedrijfopvolgingsregeling (BOR). Straks hoeft u geen schenk- en erfbelasting meer te betalen tot een bedrijfswaarde van 1,5 miljoen euro. Die grens ligt nu nog op 1.205.871 euro. Is de bedrijfswaarde hoger dan 1,5 miljoen euro? Dan gaat het percentage van de vrijstelling omlaag. Over de bedrijfswaarde boven 1,5 miljoen euro daalt dat van 83 naar 70 procent.
Ook verandert naar verwachting de voortzettingseis. U moet het bedrijf dat u krijgt vanaf 2025 drie jaar voortzetten. Dat is nu nog vijf jaar. En de BOR geldt alleen als u 21 jaar of ouder bent. Nu geldt deze leeftijdsgrens nog niet.
Schenkt u een bedrijf? Met de doorschuifregeling (DSR) hoeft u geen inkomstenbelasting te betalen over de winst die u overhoudt. Die belasting gaat over op de volgende eigenaar. Ook hoeft vanaf 2025 de nieuwe eigenaar niet meer minimaal 3 jaar in dienst te zijn geweest van het bedrijf.
In een wetsvoorstel staan meer wijzigingen voor de BOR vanaf 2026.
Motorrijtuigenbelasting voor duurzame bestelwagen
Heeft u een elektrische bestelwagen of bestelwagen zonder uitstoot? Dan betaalt u in 2024 geen motorrijtuigenbelasting (mrb). In 2025 betaalt u naar verwachting wel mrb, maar dan krijgt u 75 procent korting op het normale tarief. Vanaf 2026 stopt deze korting en betaalt u het normale tarief aan mrb over uw bestelbus.
Door de groei van het aantal elektrische bedrijfswagens worden de overheidsinkomsten lager. Met deze maatregel laat het kabinet ook de elektrische rijder meebetalen aan het wegennet. Dit zorgt volgens de regering op de lange termijn voor een stabiele opbrengst van de autobelasting.
Heeft u een bestelauto op diesel of benzine? Dan krijgt u te maken met een tariefsverhoging van de mrb van 15 procent in 2025 en 6,96 procent in 2026.
Nieuw bpm-tarief voor stekkerauto’s
Het aparte bpm-tarief verdwijnt vanaf 2025 voor plug-in hybride auto’s (PHEV’s). Ook wel stekkerauto’s genoemd. De bpm wordt dan op dezelfde manier berekend als bij andere auto’s, op basis van CO2-uitstoot. Dat kan per model verschillen.
Makkelijker mensen met arbeidsbeperking in dienst nemen
Voor ondernemers met meer dan 25 werknemers wordt het naar verwachting makkelijker om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen.
Het loonkostenvoordeel (LKV) voor een arbeidsbeperkte werknemer geldt straks zolang de werknemer in dienst is. Nu geldt het LKV voor maximaal 3 jaar. Ook is straks geen speciale verklaring van UWV meer nodig om dit voordeel te krijgen. Als meer mensen met een arbeidsbeperking in dienst worden genomen dan volgens de quotumregeling moet, krijgt u als werkgever bovendien als bonus een hoger loonkostenvoordeel.